Sommige deelnemers aan discussies of vergaderingen kiezen – bewust of onbewust – een houding die verdere discussie ernstig bemoeilijkt. Hoe kunt u daar als discussieleider mee omgaan?
Tips voor discussieleiders
- Vasthoudende allesweters: moeilijk van hun standpunt te krijgen. Ze weten er alles van. Stel ze een moeilijke vraag. Ontmasker ze door nadere uitleg te vragen.
- Ongeïnteresseerden: snij zaken aan waarvan u weet dat zij er belangstelling voor hebben.
- Ongeduldigen: moeten steeds mensen in de rede vallen. Zeg dat ze zich rustig moeten houden en andere mensen moeten laten uitpraten.
- IJdelen: vinden zichzelf interessant, vallen in herhalingen met veel omhaal van woorden. Vat even samen wat ze nu eigenlijk hebben gezegd.
- Zwetsers: praten, praten en praten – anderen komen maar nauwelijks aan het woord. Leg ze het zwijgen op, maak duidelijk dat er ook nog anderen zijn. Of – in uiterste nood – werk met een vaste spreektijd voor iedereen.
- Moeilijke praters: gebruiken ‘gecompliceerde terminologie’ en voegen veel ‘additionele visies’ toe. Vraag hen alles eens met eenvoudige woorden te herhalen. Ontmasker ze met korte samenvattingen.
- Schuchteren: ze durven niet zo goed, hebben misschien wat faalangst. Stel ze gerust. Stel ze een vraag waarvan u weet dat ze er een goed antwoord op hebben. Neem ze in bescherming tegenover anderen die ze overdonderen.
- Agressievelingen: ze spreken veel met stemverheffing, dreigen weg te lopen. Dat kan veel indruk maken op anderen. Laat ze wat links liggen. Vraag ze zakelijk te zijn. Stem eventueel over besluiten.
- Tactici: gebruiken gebrekkige vergelijkingen en citaten, spelen mensen tegen elkaar uit. Probeer ze te doorzien, leg ze vast op wat ze zeggen. Geef ze weinig kans hun spelletje te spelen.