De ISO-norm 19011 geeft vijf principes die goede auditors hanteren bij het uitvoeren van effectieve (interne) audits van managementsystemen.
- Wees eerlijk – Een goede auditor zoekt volgens de afgesproken procedure naar bewijzen van het goede. Dat schept ook vertrouwen, de basis voor elke professionele relatie tussen mensen in organisaties.
- Wees objectief – Auditors rapporteren accuraat en vermelden uitsluitend die bevindingen en conclusies die van belang zijn voor de reikwijdte en het doel van de audit.
- Wees oordeelkundig – Een auditor heeft zich goed voorbereid en doet alleen uitspraken over zaken die hij zorgvuldig heeft onderzocht en waarvan hij voldoende kennis heeft.
- Wees onafhankelijk – Professionele auditors vermijden conflicterende belangen. Zodra een auditor zichzelf kan tegenkomen in het proces, dient hij zich terug te trekken voor dat onderdeel van de audit.
- Wees feitelijk – De auditor baseert zich op feiten die (opnieuw) verifieerbaar zijn. Dat wil zeggen: gebaseerd op steekproeven die gedurende de audit zijn genomen.
- NEN-EN-ISO 19011, Richtlijnen voor het uitvoeren van kwaliteits- en/of milieumanagement-systeemaudits, Delft, uitgave NEN.
- J.J.H. Claessen, Math. W. Göbbels, D. Hortensius, Praktijkgids Auditing – Aan de slag met ISO 19011, Delft, uitgave NEN.