Assertiviteit is opkomen voor uzelf zonder agressief te worden en de belangen van de ander uit het oog te verliezen.
Grondrechten
- Alleen u mag oordelen over uw eigen gedrag, gedachten en gevoelens.
- Alleen u bent verantwoordelijk voor uw gedrag.
- U hoeft geen verklaringen (uitleg) te geven voor uw gedrag.
- U bent vrij om een ander te helpen of niet.
- U mag uw mening wijzigen als u dat nodig vindt.
- U mag fouten maken en er zelf de verantwoordelijkheid voor nemen.
- U mag zeggen dat u iets niet weet.
- Andere mensen hoeven u niet aardig te vinden en toch kunt u met ze omgaan.
- Ook een volgens anderen onlogische beslissing is uw beslissing.
- Als u iets niet begrijpt, mag u dat zeggen.
- Als u iets niet interesseert, mag u dat laten weten.
Praktijk
- Laat u niet onderbreken.
- Praat in termen van oplossingen, niet in termen van problemen.
- Houd niet te veel rekening met wat anderen vinden. Het gaat om wat u ervan vindt.
- Assertief is positief over uzelf zijn. Ga uit van uw kernkwaliteiten, maar pas op voor de valkuilen. Sta achter uzelf.
- Gebruik geen twijfelwoordjes.
- Vraag tijd wanneer u dat nodig hebt, bijvoorbeeld zo: “Je overvalt me even met deze vraag. Ik zal er over nadenken en dan kom ik er morgen op terug.”
- Houd initiatief.
- Leer uzelf belonen.
- Als u iets weggeeft laat het dan ook merken.
- Zeg nooit “Ik moet” maar “Ik wil”.
- U mag altijd ergens op terugkomen.
- Laat elke vergadering minstens één keer van u horen.
Zoek en kies voor een houding die bij uzelf past, en ga voor wat betreft assertiviteit nét een stapje verder.